Eddyb, iedere verandering van scenario is een opportuniteit om je eigen omgeving bij te stellen.

Als we onze eigen elektriciteit, tenminste het deel dat we niet zelf onmiddellijk verbruiken, aan 5-6 c€ kunnen verkopen is dat een zeer positief uitgangspunt. Ik ken tot op heden maar één leverancier die al aankoopprijzen bekend heeft gemaakt en dat is 3 c€. Dat is de naakte stroomprijs. Vijf of zes cent is al veel hoger dan de gemiddelde kost van stroom. Als je zelf stroom inkoopt betaal je veel meer maar die meerkost zijn de netkost en de taxen. Als particulier mag je eigenlijk al blij zijn dat je de mogelijkheid krijgt je eigen produktie te vermarkten zonder BTW plichtig te zijn of een eigen netwerk uit te baten. Je bent trouwens niet verplicht je stroom te verkopen aan wie dan ook of via het openbaar netwerk (waar je kosten voor betaalt). Je kan ook je eigen produktie zo goed mogelijk aanwenden en de niet zelf verbruikte overschotten, onder bepaalde voorwaarden, zelf verkopen aan bv. je buren. Zelf heb ik bv. van Fluvius al groen licht voor gekregen (maar dat punt gaat ver buiten de opzet van deze blog). Er is in de praktijk veel meer mogelijk dan de meeste mensen denken. Je moet er wel zelf achteraan. 🙂 Mijn uitgangspiunt dat ik duidelijk wens te maken is dat je beter vooruitloopt op de zaken in plaats van te zitten wachten tot ze je overkomen en je geen kan tmeer uitkan. Afwachtn tot een ander je iets oplegt is meestal niet de meest lonende strategie.

Prosumenten met een PV-installatie van voor 01-01-2021 kunnen trouwens nog altijd genieten van het voorrecht op de terugdraaiende teller. De uitspraak van de VREG wordt pas verwacht in het voorjaar 2021. En iedere prosument met een analoge meter kan van zijn terugdraaiende teller blijven genieten tot hij vanuit de netwerkbeheerder een digitale meter krijgt geplaatst. Dus voor velen nog even tijd om het een en ander uit te vlooien en simulaties te maken wat het voordeligste scenario zal zijn.

Optie 2 (geen prosumententarief) is niet altijd nadeliger dan optie 1 (prosumententarief). Zoals je zelf stelt valt het forfaitair berekende tarief op basis van het omvormervermogen dan weg. Het bedrag dat dan vrij komt is beschikbaar om stroom in te kopen tijdens ogenblikken dat je produktie onvoldoende is voor he eigen verbruik. Daarbovenop komt dan nog eens de injectievergoeding die je krijgt voor de tijdstippen dat je meer produceert dan je zelf onmiddellijk verbruikt. Voor dat bedrag kan je al aardig wat stroom inkopen. Hou er ook rekening mee dat de kWh prijs die je volgens de digitale meter moet betalen niet noodzakelijk gelijk moet zijn dan de huidige kWh prijs. In een volgende optie kan dat zelfs fluctueren volgens de marktprijs (vraag en aanbod). Theoretisch (en in sommige landen al praktijk) zou je op bepaalde tijdstippen dan al geld kunnen krijgen om stroom van het net af te nemen of op andere tijdstippen zeer goedkoop in te kopen en lokaal in te slaan (en dat moet daarom niet altijd in een accu zijn, dat kan ook een veel goedkopere thermische buffer zijn).

Gezien alle prijzen en mechanismen tot op heden nog niet gekend zijn is een pratische en totaal uitgewerkte simulatie momenteel moeilijk te geven. Dat wordt dus nog even geduld oefenen.

Het wordt, als de terugdraaiende teller effectief wordt afgeschaft, iets ingewikkelder dan nu om het beste individuele scenario uit te werken. Maar niets dat wat goed geschreven software niet kan oplossen. 🙂

Het is ook niet zo dat men nu in het buitenland gaat invoeren wat in Vlaanderen wordt afgeschaft. In de meeste van de ons omringende landen werkt men al langer met de digitale meters. Hier werd het prosumententarief juist ingevoerd omdat men, het gekende Vlaamse uitstelgedrag, die beslissing jaren voor zich uitgeschoven heeft en men na de opmars van particuliere PV-installaties wel iets moest doen om een vergoeding uit te werken voor prosumenten. De situatie is dus eerder omgekeerd. Door het ontbreken van de digitale meter op het terrein hebben alle prosumenten jaren langer kunnen genieten van een uitzonderlijk gunstig voordeeltarief.

Het zal er de eerste jaren, tijdens de overgangsperiode, voor de meeste mensen niet helderder en eenvoudiger op worden. Maar mogelijkheden zijn er genoeg. Eén ding is echter zeker, de eerst en grootste verliezers zullen de verbruikers en automobilisten zijn welke verongelijkt en mokkend in hun hoekje blijven zitten zeuren dat ze weer het duupje van het verhaal zijn. 🙂

En in het slechtste geval, als alles toch tegenzit en het wordt duurder, hadden mensen zoals jij en ik wel degelijk gelijk. De voordelen die we jaren lang hebben kunnen genieten kunnen ze ons nl. niet meer af nemen. 🙂